Een podotherapeutisch onderzoek bestaat uit verschillende onderdelen. Afhankelijk van de klacht kunnen één of meerdere onderdelen meer aandacht krijgen:
- vragen naar relevante persoonlijke gegevens.
- afnemen van een klachtgerichte informatie.
- uitvoeren van een inspectie, waarbij wordt gelet op standsafwijkingen van voeten, benen en rug bij de staande en zittende patiënt en op eventuele afwijkingen aan de huid en/of nagels.
- palperen van de relevante anatomische structuren.
- uitvoeren van een functie-onderzoek van de voeten en enkels en, op indicatie, van de knie, de heup en de rug. Hierbij worden de beweeglijkheid en stabiliteit van de gewrichten nagegaan, en kunnen spiertesten en pijnprovocaties worden uitgevoerd.
- analyseren van het looppatroon: hierbij wordt gekeken naar het totaalbeeld van het lopen, zoals naar de afwikkeling van de voet, de bewegingsuitslag in de knie, heup en romp. De beoordeling vindt meestal plaats op grond van de ‘klinische blik’ van de podotherapeut.
- formuleren van de podotherapeutische diagnose, inclusief de (vermoedelijke) oorzaak van de klachten.
- opstellen van een podotherapeutische behandeldoelen en een behandelplan.
- bespreken van de podotherapeutische diagnose, behandeldoelen en mogelijkheden met de patiënt.
- uitvoeren van het behandelplan na overeenstemming met de patiënt.
- evaluatie tijdens controle zitting.
- vastlegging van het onderzoek, versturen naar verwijzer of naar andere behandelaars.